Technologische ontwikkelingen hebben de mens al vaak overtroffen. Machines kunnen sterker zijn, sneller, en preciezer in hun handelen. Toch hield de mens lange tijd een unieke voorsprong: het mentale vermogen. Dingen als geheugen, het leggen van verbanden, complexe taalvaardigheid, creativiteit en rationaliteit bleven lange tijd exclusief menselijk.
Met de huidige vooruitgang in datawetenschappen en artificiële intelligentie (AI) komen ook deze eigenschappen onder druk te staan. Eigenschappen die sinds de Verlichting cruciaal zijn voor ons zelfbeeld, onze moraliteit en onze samenleving, lijken we nu te moeten delen met technologie – en op sommige vlakken zelfs onze meerdere te erkennen.
In deze lezing verkent Jan Peter Bergen de implicaties van dat verlies en bespreekt hij filosofische strategieën om hiermee om te gaan. Daarbij kijkt hij onder andere naar techno-morele oplossingen zoals AI-rechten en posthumanistische denkrichtingen en sluit af met een pleidooi voor het behoud van de centrale positie van de mens, maar roept tegelijk op om kritisch te kijken naar het modernistische mensbeeld, dat op meerdere punten tekort blijkt te schieten. Daarbij laat hij zich inspireren door Emmanuel Levinas en zijn gedachtegoed over ‘de Ander’.
Van 19:30 – 21:00 uur | Inloop vanaf 19:00 uur
Biografie:
Jan Peter Bergen is als filosoof verbonden aan de Universiteit Twente, waar hij naast onderwijs ook onderzoek doet naar postfenomenologie, mens-techniekrelaties en (morele) subjectiviteit. Na opleidingen in industrieel ontwerpen en industriële ecologie promoveerde hij in 2017 aan de Technische Universiteit Delft in de ethiek van de techniek.